top of page

Gent

Als je zwart-wit zegt, dan denk je meteen aan contrast, voornamelijk aan contrast in helderheid; aan een histogram met waarden van helemaal in de linkerhoek tot helemaal in de rechterhoek. Wanneer je daar een lange belichting aan toevoegt, creëer je een heel nieuwe dimensie in contrast, namelijk contrast in beweging.

Door je camera op statief te zetten en een lange sluitertijd in te stellen, blijven alle statische dingen scherp, maar dingen die bewegen zullen wazig worden.

​

Deze techniek is niet de eenvoudigste. Omdat je contrast in de helderheid wil, is het, anders dan gewoonlijk bij landschaps- en architectuurfotografie, vaak aangeraden om overdag, met voldoende zonlicht te werken. Dit zorgt namelijk voor harde schaduwen en dus contrast. Maar dan zit je natuurlijk met een probleem: overdag een lange sluitertijd? Als je de ‘Sunny 16’ vuistregel kent, dan weet je dat op een zonnige dag, bij diafragma f/16, de sluitertijd gelijk is aan de isowaarde. Met andere woorden, een veel langere sluitertijd dan 1/100 van een seconde ga je niet krijgen.

Maar ook hier bestaan oplossingen voor; een ND-filter bijvoorbeeld. Een ND-filter is een stukje verduisterd glas, dat je vooraan op je lens kan schroeven om een deel van het licht tegen te houden. Hierdoor kan je een langere sluitertijd gebruiken zonder je foto te overbelichten.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

  • Mijn toestel stond in de M-stand (wat noodzakelijk is bij ND-filters)

  • Diafragma: f/11

  • Sluitertijd: 30” (1/30 +10 stops)

  • ISO 100

  • brandpuntsafstand: 11 mm (10-20 mm 3.5)

  • Witbalans: automatisch (RAW)

  • camera op statief

  • 10 stop ND-filter

  • Foto gemaakt in RAW, ontwikkeld in Adobe Lightroom;  Zwart-wit omzetting in Google Nik collectie

​

​

Het probleem met deze filters is dat ze vaak zo donker zijn dat het moeilijk is om nog iets door je lens te zien, wanneer het filter erop bevestigt is. Je zal je compositie moeten maken, je scherpstelling doen en je belichtingswaarden berekenen, voordat je het filter op de lens draait. (Camera’s met digitale zoekers hebben hier minder last van.) De belichting berekenen doe je door de sluitertijd die je krijgt zonder het filter te verlengen met het aantal ‘stops’ dat je filter wegneemt. Ik geef een voorbeeld: als je zonder filter een sluitertijd krijgt van 1/30 seconde, zal je met een filter die 5 stops tegenhoudt een sluitertijd krijgen van 1 seconde (1/30-1/15-1/8-1/4-1/2-1”). Er bestaan ook apps en spiekbriefjes om deze berekeningen voor je uit te rekenen.

Wanneer je met zulke sluitertijden werkt, moet je een statief te gebruiken. Vaak is dit zelfs nog niet genoeg. Zet je camera op de zelfontspanner, zodat ook de beweging van je camera door op de ontspanner te drukken je foto niet doet verpesten. Als je een spiegelreflexcamera hebt, kan je best de ‘spiegel omhoog’ functie gebruiken, zodat ook de beweging van de spiegel je foto niet kan verpesten.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

  • Mijn toestel stond in de M-stand (wat noodzakelijk is bij ND-filters)

  • Diafragma: f/16

  • Sluitertijd: 30” (1/30 +10 stops)

  • ISO 100

  • brandpuntsafstand: 10 mm (10-20 mm 3.5)

  • Witbalans: automatisch (RAW)

  • camera op statief

  • 10 stop ND-filter

  • Foto gemaakt in RAW, ontwikkeld in Adobe Lightroom;  Zwart-wit omzetting in Google Nik collectie

​

Het probleem met deze filters is dat ze vaak zo donker zijn dat het moeilijk is om nog iets door je lens te zien, wanneer het filter erop bevestigt is. Je zal je compositie moeten maken, je scherpstelling doen en je belichtingswaarden berekenen, voordat je het filter op de lens draait. (Camera’s met digitale zoekers hebben hier minder last van.) De belichting berekenen doe je door de sluitertijd die je krijgt zonder het filter te verlengen met het aantal ‘stops’ dat je filter wegneemt. Ik geef een voorbeeld: als je zonder filter een sluitertijd krijgt van 1/30 seconde, zal je met een filter die 5 stops tegenhoudt een sluitertijd krijgen van 1 seconde (1/30-1/15-1/8-1/4-1/2-1”). Er bestaan ook apps en spiekbriefjes om deze berekeningen voor je uit te rekenen.

Wanneer je met zulke sluitertijden werkt, moet je een statief te gebruiken. Vaak is dit zelfs nog niet genoeg. Zet je camera op de zelfontspanner, zodat ook de beweging van je camera door op de ontspanner te drukken je foto niet doet verpesten. Als je een spiegelreflexcamera hebt, kan je best de ‘spiegel omhoog’ functie gebruiken, zodat ook de beweging van de spiegel je foto niet kan verpesten.

​

Zoals je zal kunnen zien en lezen in mijn eindwerk, ben ik enorme fan van het gebruik van lange sluitertijden. Tot nu toe kon ik deze techniek enkel ’s morgens en ’s avonds gebruiken, wanneer er weinig licht is. Na lang sparen heb ik dan (een groothoeklens en) een 10 stop ND filter gekocht, om mijn geliefde techniek ook overdag te kunnen gebruiken. Ik kon niet wachten om ze uit te proberen.

​

Mijn zus moet regelmatig in Gent zijn (zij volgt schilderkunst in Antwerpen en gaat af en toe schilderen in het museum voor schone kunsten in Gent), dus in de paasvakantie besloot ik met haar mee te gaan. Het maken van dit soort beelden vraagt toch wel een zekere inspanning. Je moet het er voor over hebben om een hele dag met een statief rond te zeulen, eerst op de trein en dan door het drukke stadscentrum. Voor elke foto die je wil maken, moet je je statief opzetten, camera nauwkeurig scherpstellen, de belichting uitrekenen… om dan op de sluiter te drukken, lang in spanning te wachten, om dan uiteindelijk de foto op je schermpje te zien verschijnen, al dan niet (vaak niet) van de eerste keer geslaagd. Daarnaast is het vinden van composities niet zo gemakkelijk, hoe mooi de locatie ook is. De locatie die ik eigenlijk in gedachten had, stond helemaal in de stellingen.

​

Mijn werk bevat meestal geen mensen, of zoals Ansel Adams ooit zei: “I would never apologize for photographing rocks. Rocks can be very beautiful. But, yes, people have asked why I don’t put people into my pictures of the natural scene. I respond, “There are always two people in every picture: the photographer and the viewer.” That usually doesn’t go over at all.” Door geen mensen op de foto te hebben, ontstaat er rust in het beeld en een zekere intimiteit tussen de fotograaf en de kijker. In de eerste foto liepen er wel degelijk mensen, maar door de lange sluitertijd, verdwijnen ze.

​

De zwart-wit omzetting geeft de foto’s een tijdloze uitstraling, de beweging van de wolken maakt het dan weer duidelijk dat de tijd wel degelijk vooruit gaat. In de eerste foto wordt dit geconcretiseerd door de moderne markthal op de voorgrond in contrast met de romaans-gotische kerk op de achtergrond. In de tweede foto is de beweging van de wolken nog prominenter aanwezig. Het worden zelfs lijnen die de kijker in het beeld leiden, iets wat je zonder de beweging zou missen; de foto zou dan diepte missen.

bottom of page